NL dictionnaire: Néerlandais van zijn stuk brengen
van zijn stuk brengen a 98 traductions en 13 langues
Aller à Traductions
traductions de van zijn stuk brengen
- dérouter [verwarren]
- agiter [gedrag, gevoelens]
- énerver (adj n v) [make (a person) angry, distressed or unhappy]
- troubler [gedrag, gevoelens, verwarren]
- déconcerter [gedrag, gevoelens, verwarren]
- abasourdir [verwarren]
- inquiéter [gevoelens, gedrag]
- émouvoir [gedrag, gevoelens]
- préoccuper [gedrag, gevoelens]
- perturber [gedrag, gevoelens]
- désorienter [verwarren]
- bouleverser [verwarren]
- consterner [verwarren]
- confondre (v) [to make ashamed, to embarrass, verwarren]
NL ES Espagnol 14
traductions
- preocuparse (v) [gevoelens, gedrag]
- alterar (v) [gedrag, gevoelens]
- enojar (v) [gedrag, gevoelens]
- molestar (v) [gedrag, gevoelens]
- trastornar (v) [gedrag, gevoelens, verwarren]
- agitar (v) [gedrag, gevoelens]
- desconcertar (v) [gevoelens, verwarren, gedrag]
- aturdir (v) [verwarren]
- avergonzar (v) [gedrag, gevoelens, to make ashamed, to embarrass]
- preocupar (v) [gedrag, gevoelens]
- perturbar (v) [gedrag, gevoelens]
- confundir (v) [to make ashamed, to embarrass, verwarren]
- dejar perplejo (v) [verwarren]
- abochornar (v) [to make ashamed, to embarrass]
NL DE Allemand 10
traductions
- aufregen (adj n v) [make (a person) angry, distressed or unhappy]
- beunruhigen (v) [gedrag, gevoelens]
- bekümmern (v) [gevoelens]
- durcheinander bringen (v) [verwarren]
- ärgern (adj n v) [make (a person) angry, distressed or unhappy] (sich)
- verwirren (v) [verwarren]
- erstaunen (v) [verwarren]
- verblüffen (v) [verwarren]
- verdutzen (v) [verwarren]
- beschämen (v) [to make ashamed, to embarrass]
NL IT Italien 12
traductions
- preoccuparsi (v) [gevoelens, gedrag]
- turbare (v) [gedrag, gevoelens]
- innervosire (adj n v) [make (a person) angry, distressed or unhappy]
- agitare (v) [gedrag, gevoelens]
- sconcertare (v) [gedrag, gevoelens, verwarren]
- preoccupare (v) [gevoelens, gedrag]
- sconvolgere (v) [gedrag, gevoelens]
- mettere in agitazione (v) [gedrag, gevoelens]
- darsi pensiero (v) [gedrag, gevoelens]
- scompigliare (v) [gedrag, gevoelens]
- confondere (v) [verwarren]
- rendere perplesso (v) [verwarren]
NL PT Portugais 11
traductions
- confundir (v) [verwarren, to make ashamed, to embarrass]
- aturdir (v) [verwarren]
- perturbar (v) [gedrag, gevoelens, make (a person) angry, distressed or unhappy]
- desconcertar (v) [gedrag, gevoelens]
- embaraçar (v) [gevoelens, gedrag]
- molestar (v) [gedrag, gevoelens]
- atormentar (v) [gedrag, gevoelens]
- agitar (v) [gedrag, gevoelens]
- transtornar (v) [verwarren]
- deixar perplexo (v) [verwarren]
- envergonhar (v) [to make ashamed, to embarrass]
NL SV Suédois 9
traductions
- förvirra (v) [gevoelens, verwarren, gedrag]
- förbrylla (v) [gedrag, gevoelens, verwarren]
- göra förlägen (v) [gedrag, gevoelens]
- bekymra (v) [gevoelens, gedrag]
- oroa (v) [gedrag, gevoelens]
- uppröra (v) [gedrag, gevoelens]
- uppskaka (v) [gedrag, gevoelens]
- förvilla (v) [verwarren]
- göra rådlös (v) [verwarren]
NL PL Polonais 1 traduction
- niepokoić (adj n v) [make (a person) angry, distressed or unhappy] (się)
NL BG Bulgare 2
traductions
NL AF Afrikaans 2
traductions
NL RU Russe 9
traductions
- смуща́ть (v) [to make ashamed, to embarrass] (v)
- конфу́зить (v) [to make ashamed, to embarrass] (v)
- приводи́ть (v) [to make ashamed, to embarrass] (v)
- серди́ть (adj n v) [make (a person) angry, distressed or unhappy] (v)
- расстра́ивать (adj n v) [make (a person) angry, distressed or unhappy] (v n)
- расстро́ить (adj n v) [make (a person) angry, distressed or unhappy] (v n)
- огорча́ть (adj n v) [make (a person) angry, distressed or unhappy] (adj n v)
- огорчи́ть (adj n v) [make (a person) angry, distressed or unhappy] (adj n v)
- рассерди́ть (adj n v) [make (a person) angry, distressed or unhappy] (adj n v)
Mots avant et après van zijn stuk brengen
- van weerskanten
- van wereldklasse
- van wie
- van zeer korte duur
- van zeer nabij
- van zich af houden
- van zich afschudden
- van zich afschuiven
- van zijn rente leven
- van zijn stuk
- van zijn stuk brengen
- van zijn stuk brengend
- van zijn stuk gebracht
- van zins
- van zins zijn
- van één kant beschouwd
- vanachter aangespannen
- vanadiniet
- vanadium
- vanaf
- vanaf het begin