NL dictionnaire: Néerlandais missen
missen a 78 traductions en 7 langues
traductions de missen
- perdre [kans, gelegenheid]
- se passer de [geven, persoon]
- donner [geven, persoon]
- laisser passer [gelegenheid, kans]
- manquer [gevoelstoestand, persoon, kans, gelegenheid, afwezigheid]
- manquer de [afwezigheid]
- remarquer l'absence de [afwezigheid]
- rater [gelegenheid, kans]
- s'ennuyer de [gevoelstoestand, persoon]
- regretter l'absence de [gevoelstoestand, persoon]
- throw away [kans]
- blow [kans]
- spare [geven, persoon]
- give away [kans]
- let go by [kans]
- lose [kans]
- miss [afwezigheid, gelegenheid, gevoelstoestand, persoon]
- feel the loss of [gevoelstoestand]
- lack
NL ES Espagnol 12
traductions
- fallar (v) [kans, gelegenheid]
- dejar (v) [geven, persoon]
- dar (v) [geven, persoon]
- dejar pasar (v) [gelegenheid, kans]
- prescindir de (v) [geven, persoon]
- desperdiciar (v) [kans, gelegenheid]
- perder (v) [gelegenheid, kans]
- carecer de (v) [afwezigheid]
- descubrir la falta de (v) [afwezigheid]
- no conseguir (v) [gelegenheid, kans]
- echar de menos (v) [gevoelstoestand, persoon]
- extrañar (v) [gevoelstoestand, persoon]
NL DE Allemand 8
traductions
- entgehen lassen (v) [kans]
- verspielen (v) [kans]
- verpassen (v) [gelegenheid, kans]
- fehlen (v) [afwezigheid]
- entbehren (v) [geven, persoon]
- verfehlen (v) [gelegenheid]
- Verlust spüren (v) [gevoelstoestand]
- vermissen (v) [gevoelstoestand, persoon]
NL IT Italien 14
traductions
- bruciare (v) [kans, gelegenheid]
- buttare via (v) [gelegenheid, kans]
- lasciar passare (v) [gelegenheid, kans]
- lasciarsi sfuggire (v) [gelegenheid, kans]
- fallire (v) [gelegenheid, kans]
- dare (v) [geven, persoon] {m}
- risparmiare (v) [persoon, geven]
- lasciare andare (v) [gelegenheid, kans]
- perdere (v) [gelegenheid, kans]
- mancare (v) [gelegenheid, kans]
- mancare di (v) [afwezigheid]
- accorgersi della sparizione di (v) [afwezigheid]
- mancare a (v) [gevoelstoestand, persoon]
- sentire la mancanza di (v) [gevoelstoestand, persoon]
NL PT Portugais 15
traductions
- perder (v) [kans, gelegenheid]
- ceder (v) [geven, persoon]
- deixar passar (v) [gelegenheid, kans]
- dar (v) [geven, persoon]
- ser liberado para (v) [geven, persoon]
- ser dispensado para (v) [geven, persoon]
- desperdiçar (v) [kans, gelegenheid]
- carecer de (v) [afwezigheid]
- não ter (v) [afwezigheid]
- estar sem (v) [afwezigheid]
- sentir falta de (v) [afwezigheid, gevoelstoestand, persoon]
- notar a falta de (v) [afwezigheid]
- sentir saudade de (v) [gevoelstoestand, persoon]
- sentir saudade (v) [gevoelstoestand, persoon]
- ter saudade (v) [gevoelstoestand, persoon]
NL SV Suédois 10
traductions
- avvara (v) [persoon, geven]
- undvara (v) [geven, persoon]
- offra (v) [gelegenheid, kans]
- förlora (v) [gelegenheid, kans]
- låta gå ur händerna (v) [gelegenheid, kans]
- sakna (v) [afwezigheid, persoon, gevoelstoestand]
- lida brist på (v) [afwezigheid]
- missa (v) [gelegenheid, kans]
- känna saknad efter (v) [gevoelstoestand, persoon]
- gå miste om (v) [gelegenheid, kans]