NL dictionnaire: Néerlandais voorkomen
voorkomen a 184 traductions en 17 langues
traductions de voorkomen
- empêcher [poging, algemeen, verhinderen]
- prévoir [algemeen, poging, preventie, verhinderen]
- apparence [aanblik, algemeen, fysiek] {f}
- apparaître [naam]
- arriver [bestaan, gebeurtenis, voorwerpen]
- arriver à [gebeurtenis]
- aspect [aanblik] {m}
- anticiper [poging, verhinderen, preventie, algemeen]
- être présent [bestaan, gebeurtenis, voorwerpen]
- existence [aanwezigheid, algemeen, the state of being, existing, or occurring] {f}
- éviter [ongeval, to avert or prevent]
- déjouer [algemeen, poging, verhinderen]
- extérieur [fysiek] {m}
- exclure [verhinderen, preventie]
- incidence [aanwezigheid, algemeen] {f}
- pouvoir [algemeen, poging, verhinderen] {m}
- se trouver [bestaan, gebeurtenis, voorwerpen]
- se situer [gebeurtenis]
- exister [bestaan, gebeurtenis, voorwerpen]
- survenir [gebeurtenis, voorwerpen, bestaan]
- se produire [bestaan, gebeurtenis, voorwerpen]
- avoir lieu [bestaan, gebeurtenis, voorwerpen]
- figurer [naam]
- advenir [gebeurtenis]
- prévenir [algemeen, poging, preventie, to avert or prevent, verhinderen]
- ward off (v) [to avert or prevent, ongeval]
- avert [ongeval] (formal)
- foil [poging]
- aspect [aanblik]
- appearance [aanblik, fysiek]
- visage [aanblik] (literature)
- anticipate [verhinderen]
- be present [bestaan, voorwerpen]
- appear [naam]
- occurrence [aanwezigheid]
- existence (n) [the state of being, existing, or occurring, aanwezigheid]
- exterior [fysiek]
- exist [bestaan]
- figure [naam]
- occur [bestaan, gebeurtenis]
- happen [gebeurtenis]
- be listed [naam]
- guise [algemeen] (formal)
- hinder [algemeen]
- prevent [algemeen, ongeval]
- forestall [verhinderen]
- incidence [algemeen]
- preclude [preventie] (formal)
NL ES Espagnol 23
traductions
- impedir (v) [poging, algemeen, verhinderen, preventie]
- evitar (v) [algemeen, ongeval, poging, preventie, verhinderen]
- pasar a (v) [gebeurtenis]
- apariencia (n) [aanblik, algemeen, fysiek, way of speaking or acting] {f}
- aspecto (n) [aanblik] {m}
- anticipar (v) [poging, verhinderen, preventie, algemeen]
- estar presente (v) [bestaan, gebeurtenis, voorwerpen]
- encontrarse (v) [bestaan, gebeurtenis, voorwerpen]
- aparecer (v) [naam]
- existencia (n) [aanwezigheid, algemeen, the state of being, existing, or occurring] {f}
- existir (v) [voorwerpen, bestaan, gebeurtenis]
- ocurrir (v) [bestaan, gebeurtenis, voorwerpen]
- suceder (v) [bestaan, gebeurtenis, voorwerpen]
- acontecer (v) [bestaan, gebeurtenis, voorwerpen]
- figurar (v) [naam]
- frustrar (v) [algemeen, poging, verhinderen]
- celebrarse (v) [gebeurtenis]
- producirse (v) [gebeurtenis]
- llevarse a cabo (v) [gebeurtenis]
- hacer fracasar (v) [algemeen, poging, verhinderen]
- prevenir (v) [algemeen, ongeval, poging, preventie, to avert or prevent, verhinderen]
- adelantar (v) [algemeen, poging, preventie, verhinderen]
- incidencia (n) [aanwezigheid, algemeen] {f}
NL DE Allemand 20
traductions
- verhindern (v) [poging, verhinderen, algemeen]
- vermeiden (v) [ongeval]
- Anschein (n) [aanblik] {m}
- vereiteln (v) [poging]
- Sein (n) [the state of being, existing, or occurring] {n}
- erscheinen (v) [naam]
- Aussehen (n) [aanblik] {n}
- Äußere (n) [fysiek] {n}
- zuvorkommen (v) [preventie, verhinderen]
- existieren (v) [bestaan]
- vorkommen (v) [bestaan, voorwerpen, gebeurtenis]
- stehen (v) [naam]
- Auftreten (n) [aanwezigheid, way of speaking or acting] {n}
- Vorkommen (n) [aanwezigheid, algemeen] {n}
- Existenz (n) [the state of being, existing, or occurring] {f}
- Gestalt (n) [algemeen] {f}
- geschehen (v) [gebeurtenis]
- stattfinden (v) [gebeurtenis]
- vorfallen (v) [gebeurtenis]
- Art und Weise (n) [way of speaking or acting] (f)
NL IT Italien 30
traductions
- impedire (v) [poging, algemeen, verhinderen]
- evitare (v) [ongeval] {m}
- apparenza (n) [aanblik, algemeen, fysiek] {f}
- aspetto (n) [aanblik] {m}
- fare (v) [algemeen, poging, verhinderen]
- anticipare (v) [algemeen, poging, preventie, verhinderen]
- essere presente (v) [voorwerpen, bestaan, gebeurtenis]
- esistenza (n) [aanwezigheid, algemeen, the state of being, existing, or occurring] {f}
- allontanare (v) [to avert or prevent]
- trovarsi (v) [voorwerpen, gebeurtenis, bestaan]
- situarsi (v) [gebeurtenis]
- esistere (v) [bestaan, gebeurtenis, voorwerpen]
- accadere (v) [bestaan, gebeurtenis, voorwerpen]
- succedere (v) [voorwerpen, bestaan, gebeurtenis]
- avvenire (v) [gebeurtenis, voorwerpen, bestaan] {m}
- capitare (v) [bestaan, gebeurtenis, voorwerpen]
- figurare (v) [naam]
- risultare (v) [naam]
- prevedere (v) [algemeen, verhinderen, preventie, poging]
- esserci (v) [bestaan, gebeurtenis, voorwerpen]
- frustrare (v) [verhinderen, poging, algemeen]
- essere successo a (v) [gebeurtenis]
- guisa (n) [algemeen] {f}
- sembianza (n) [algemeen] {f}
- collocarsi (v) [gebeurtenis]
- aver luogo (v) [gebeurtenis]
- sventare (v) [verhinderen, poging, algemeen]
- prevenire (v) [algemeen, poging, preventie, verhinderen]
- incidenza (n) [aanwezigheid, algemeen] {f}
- precludere (v) [preventie, verhinderen]
NL PT Portugais 23
traductions
- impedir (v) [poging, algemeen, verhinderen]
- evitar (v) [algemeen, ongeval, poging, preventie, verhinderen]
- aparência (n) [aanblik, algemeen, fysiek, way of speaking or acting] {f}
- aspecto (n) [aanblik, algemeen, fysiek] {m}
- semblante (n) [algemeen, aanblik] {m}
- antecipar (v) [algemeen, poging, preventie, verhinderen]
- prever (v) [algemeen, poging, preventie, verhinderen]
- estar presente (v) [bestaan, gebeurtenis, voorwerpen]
- ocorrer (v) [voorwerpen, gebeurtenis, bestaan]
- aparecer (v) [naam]
- ocorrência (n) [aanwezigheid, algemeen] {f}
- existência (n) [aanwezigheid, algemeen, the state of being, existing, or occurring] {f}
- realizar (v) [gebeurtenis]
- constar de (v) [naam]
- existir (v) [bestaan, gebeurtenis, voorwerpen] {m}
- acontecer (v) [voorwerpen, gebeurtenis, bestaan]
- figurar (v) [naam]
- frustrar (v) [algemeen, poging, verhinderen]
- acontecer com (v) [gebeurtenis]
- prevenir (v) [algemeen, ongeval, poging, preventie, verhinderen]
- suceder (v) [gebeurtenis]
- ter lugar (v) [gebeurtenis]
- incidência (n) [aanwezigheid, algemeen] {f}
NL SV Suédois 20
traductions
- avvärja (v) [to avert or prevent, ongeval]
- hjälpa (v) [poging, verhinderen, algemeen]
- utseende (n) [aanblik, algemeen, fysiek] {n}
- yttre (n) [aanblik, algemeen, fysiek] {n}
- föregripa (v) [algemeen, poging, preventie, verhinderen]
- uppträda (v) [naam]
- existera (v) [bestaan, gebeurtenis, voorwerpen]
- existens (n) [the state of being, existing, or occurring] (u)
- inträffa (v) [bestaan, gebeurtenis, voorwerpen]
- hända (v) [bestaan, gebeurtenis, voorwerpen]
- kullkasta (v) [verhinderen, poging, algemeen]
- ske (v) [bestaan, gebeurtenis, voorwerpen]
- drabba (v) [gebeurtenis]
- förekomma (v) [algemeen, bestaan, gebeurtenis, naam, poging, preventie, verhinderen, voorwerpen]
- finnas (v) [bestaan, voorwerpen, gebeurtenis]
- äga rum (v) [gebeurtenis]
- omintetgöra (v) [algemeen, poging, verhinderen]
- förhindra (v) [algemeen, ongeval, poging, verhinderen]
- avstyra (v) [ongeval]
- förebygga (v) [preventie, verhinderen]
NL CS Tchèque 2
traductions
NL PL Polonais 2
traductions
- egzystencja (n) [the state of being, existing, or occurring] {f}
- istnienie (n) [the state of being, existing, or occurring] {n}
NL BG Bulgare 2
traductions
- битие (n) [the state of being, existing, or occurring] {n}
- съществу́ване (n) [the state of being, existing, or occurring] (n)
NL RU Russe 6
traductions
- существова́ние (n) [the state of being, existing, or occurring] (n conj)
- бытие́ (n) [the state of being, existing, or occurring] (n conj)
- отвраща́ть (v) [to avert or prevent] (v)
- отврати́ть (v) [to avert or prevent] (v)
- предотвраща́ть (v) [to avert or prevent] (v)
- предотврати́ть (v) [to avert or prevent] (v)
NL SL Slovène 2
traductions