NL dictionnaire: Néerlandais informeel
informeel a 47 traductions en 14 langues
traductions de informeel
- familier [algemeen, familiair, of oral communication language, stijl]
- informel [algemeen, stijl, taal]
- du langage parlé [familiair]
- parlé (adj) [of oral communication language]
- familiar [stijl]
- casual [kleding]
- informal [algemeen, stijl, taal]
- colloquial [familiair, of oral communication language]
- of familiar conversation [familiair]
NL DE Allemand 8
traductions
- gemeinsam (a) [familiair]
- familiär (a) [stijl]
- informell (a) [algemeen, stijl]
- zwanglos (a) [kleding]
- leger (a) [kleding]
- inoffiziell (a) [taal]
- umgangssprachlich (a) [familiair, of oral communication language]
- Umgangs- (adj) [of oral communication language] (adj)
NL IT Italien 6
traductions
- sportivo (a) [kleding] {m}
- familiare (a) [algemeen, stijl] {m}
- informale (a) [algemeen, stijl, taal]
- colloquiale (a) [familiair]
- della lingua parlata (a) [familiair]
- casual (a) [kleding]
NL SV Suédois 7
traductions
NL PL Polonais 2
traductions
- potoczny (adj) [of oral communication language]
- kolokwialny (adj) [of oral communication language]
NL RU Russe 2
traductions
- разгово́рный (adj) [of oral communication language] (adj)
- нелитерату́рный (adj) [of oral communication language] (adj)
Mots avant et après informeel
- informatie geven aan
- informatie inwinnend
- informatiebureau
- informatief
- informatiseer
- informatiseerde
- informatiseerden
- informatiseert
- informatiseren
- informatiserend
- informeel
- informeer
- informeerde
- informeerden
- informeert
- informele receptie thuis
- informeren
- informerend
- infrarood
- infrastructuur
- infrequent