NL dictionnaire: Néerlandais geïrriteerd
geïrriteerd a 111 traductions en 7 langues
traductions de geïrriteerd
- fâché [gevoelens]
- en colère [gevoelens]
- irrité [geneeskunde, gevoelens]
- plein de ressentiment [gevoelens]
- maussade [gevoelens]
- contrarié [gevoelens]
- grincheux [persoon] {m}
- acariâtre [persoon]
- irritable [persoon]
- coléreux [persoon]
- irascible [persoon]
- énervé [persoon]
- ennuyé [gevoelens]
- exaspéré [gevoelens]
- de mauvaise humeur [gevoelens]
- mécontent [gevoelens]
- mad [gevoelens]
- upset [gevoelens]
- angry [gevoelens]
- pissed off [gevoelens] (slang)
- grouchy [persoon]
- cranky [persoon]
- bad-tempered [persoon]
- irritable [persoon]
- edgy [persoon]
- touchy [persoon]
- on edge [persoon]
- annoyed [gevoelens]
- irritated [geneeskunde, gevoelens]
- exasperated [gevoelens]
- vexed [gevoelens] (arch.)
NL ES Espagnol 17
traductions
- nervioso (a) [persoon]
- enojado (a) [gevoelens]
- enfadado (a) [gevoelens]
- resentido (a) [gevoelens]
- rencoroso (a) [gevoelens]
- contrariado (a) [gevoelens]
- malhumorado (a) [gevoelens]
- de mal genio (a) [persoon]
- de mal humor (a) [persoon]
- irritable (a) [persoon]
- susceptible (a) [persoon]
- puntilloso (a) [persoon]
- enojadizo (a) [persoon]
- fastidiado (a) [gevoelens]
- irritado (a) [geneeskunde, gevoelens]
- exasperado (a) [gevoelens]
- descontento (a) [gevoelens] {m}
NL DE Allemand 11
traductions
- böse (a) [gevoelens]
- irritiert (a) [gevoelens]
- verärgert (a) [gevoelens]
- brummig (a) [persoon]
- aufbrausend (a) [persoon]
- griesgrämig (a) [persoon]
- jähzornig (a) [persoon]
- missgelaunt (a) [persoon]
- reizbar (a) [persoon]
- übellaunig (a) [persoon]
- gereizt (a) [geneeskunde]
NL IT Italien 15
traductions
- teso (a) [persoon]
- nervoso (a) [persoon]
- arrabbiato (a) [gevoelens]
- in collera (a) [gevoelens]
- risentito (a) [gevoelens]
- offeso (a) [gevoelens]
- contrariato (a) [gevoelens]
- scontento (a) [gevoelens] {m}
- irritabile (a) [persoon]
- irascibile (a) [persoon]
- suscettibile (a) [persoon]
- seccato (a) [gevoelens]
- irritato (a) [geneeskunde, gevoelens]
- infastidito (a) [gevoelens]
- esasperato (a) [gevoelens]
NL PT Portugais 17
traductions
- rabugento (a) [persoon] {m}
- zangado (a) [gevoelens]
- irado (a) [gevoelens]
- raivoso (a) [gevoelens]
- ressentido (a) [gevoelens]
- magoado (a) [gevoelens]
- desgostoso (a) [gevoelens]
- descontente (a) [gevoelens]
- mal-humorado (a) [persoon]
- genioso (a) [persoon]
- irritadiço (a) [persoon]
- chateado (a) [gevoelens]
- apoquentado (a) [gevoelens]
- irritado (a) [geneeskunde, gevoelens]
- exasperado (a) [gevoelens]
- vexado (a) [gevoelens]
- contrariado (a) [gevoelens]
NL SV Suédois 20
traductions
- missnöjd (a) [gevoelens]
- vred (a) [gevoelens]
- arg (a) [gevoelens]
- ilsken (a) [gevoelens]
- ond (a) [gevoelens]
- förbittrad (a) [gevoelens]
- stött (a) [gevoelens]
- harmsen (a) [gevoelens]
- vresig (a) [persoon]
- sur (a) [persoon]
- trumpen (a) [persoon]
- grinig (a) [persoon]
- misslynt (a) [persoon]
- lynnig (a) [persoon]
- retlig (a) [persoon]
- otålig (a) [persoon]
- irriterad (a) [geneeskunde, gevoelens, persoon]
- förargad (a) [gevoelens]
- besvärad (a) [gevoelens]
- missbelåten (a) [gevoelens]