NL dictionnaire: Néerlandais bezit
bezit a 74 traductions en 16 langues
traductions de bezit
- avoir [eigenaarschap, eigendom, vermogen, bezittingen] {m}
- possession [bezittingen, eigenaarschap, eigendom, vermogen] {f}
- affaires [bezittingen, eigenaarschap, eigendom, huis, vermogen] {f}
- possessions [vermogen, huis, eigenaarschap, bezittingen, eigendom] {f}
- propriété [bezittingen, eigenaarschap, eigendom, huis, vermogen] {f}
- propriétés [bezittingen, vermogen, eigendom, eigenaarschap] {f}
- fortune [vermogen] {f}
- bien [bezittingen, eigenaarschap, huis] {m}
- richesses [vermogen] {f}
- proprieté (n) [law: nature and extent of a person's interest in, or ownership of, land] (n)
- assets
- property [bezittingen, eigenaarschap, eigendom, huis]
- asset [eigendom]
- possession [eigenaarschap, eigendom]
- belongings [bezittingen]
- possessions [bezittingen, vermogen]
- holdings [vermogen]
NL ES Espagnol 7
traductions
- posesión (n) [bezittingen, eigenaarschap, eigendom, vermogen] {f}
- propiedad [bezittingen, eigenaarschap, eigendom, huis, vermogen] {f}
- haber (n) [eigendom, vermogen, eigenaarschap, bezittingen] {m}
- pertenencias (n) [bezittingen, eigenaarschap, eigendom, huis, vermogen] {f}
- riqueza (n) [vermogen] {f}
- posesiones (n) [bezittingen, eigenaarschap, eigendom, vermogen] {f}
- fortuna (n) [vermogen] {f}
NL DE Allemand 5
traductions
- Vermögen (n) [vermogen] {n}
- Besitz (n) [bezittingen, eigenaarschap, eigendom, vermogen] {m}
- Eigentum (n) [bezittingen, eigenaarschap, huis] {n}
- Habe (n) [bezittingen, tangible, movable property] {f}
- Besitzstück (n) [eigendom] {n}
NL IT Italien 9
traductions
- bene (n) [eigenaarschap, eigendom, huis, vermogen, bezittingen] {m}
- proprietà (n) [bezittingen, eigenaarschap, eigendom, huis, vermogen] {f}
- possesso (n) [vermogen, eigendom, eigenaarschap, bezittingen] {m}
- possessione (n) [bezittingen, eigenaarschap, eigendom, vermogen] {f}
- beni (n) [law: nature and extent of a person's interest in, or ownership of, land] (mp)
- roba (n) [bezittingen, eigenaarschap, eigendom, huis, vermogen] {f}
- fortuna (n) [vermogen] {f}
- ricchezze (n) [vermogen] {f}
- asse ereditario (n) [collective net property of someone, especially a deceased person] (n)
NL PT Portugais 7
traductions
- bem (n) [eigenaarschap, eigendom, huis, vermogen, bezittingen] {m}
- bens (n) [collective net property of someone, especially a deceased person] (mp)
- posse (n) [bezittingen, eigenaarschap, eigendom, vermogen] {m}
- propriedade (n) [collective net property of someone, especially a deceased person, vermogen, huis, eigendom, eigenaarschap, bezittingen] {f}
- posses (n) [bezittingen, eigenaarschap, eigendom, huis, vermogen] {f}
- riqueza (n) [vermogen] {f}
- fortuna (n) [vermogen] {f}
NL SV Suédois 3
traductions
NL PL Polonais 3
traductions
- własność {f}
- ruchomość (adj n) [tangible, movable property] (adj n)
- majątek ruchomy (adj n) [tangible, movable property] (adj n)
NL BG Bulgare 5
traductions
- наследство (n) [collective net property of someone, especially a deceased person] (n v)
- движимост (adj n) [tangible, movable property] (adj n)
- движимо имущество (adj n) [tangible, movable property] (adj n)
- владение (n) [law: nature and extent of a person's interest in, or ownership of, land] (n)
- имот (n) [collective net property of someone, especially a deceased person] (n)
NL RU Russe 3
traductions
- имущество (nt)
- движимое иму́щество (adj n) [tangible, movable property] (adj n)
- собственность (f)