NL dictionnaire: Néerlandais afbreken
afbreken a 208 traductions en 14 langues
traductions de afbreken
- rompre [relatie, scheiden, telefoon, voorwerpen, onderhandeling]
- casser [onderhandeling, relatie, scheiden, telefoon, voorwerpen]
- couper [scheiden, voorwerpen, to interrupt or cut off, telefoon, relatie, onderhandeling]
- interrompre (n v) [computing: to terminate a process prior to completion, onderhandeling, relatie, scheiden, telefoon, to interrupt or cut off, voorwerpen]
- se casser net [voorwerpen, telefoon, relatie, onderhandeling, scheiden]
- se briser net [onderhandeling, relatie, scheiden, telefoon, voorwerpen]
- abandonner (n v) [computing: to terminate a process prior to completion]
- arrêter (adv n v) [cause (something) to come to an end]
- abattre [gebouw]
- arracher (n v) [to pull or twist]
- se rompre [koord]
- se casser [koord]
- s'arrêter (n v) [computing: to terminate a process prior to completion]
- vider (v) [to empty or unload]
- dénigrer [kleineren]
- raser [gebouw] (informal)
- suspendre (v) [To discontinue or interrupt a function, task, position, or event]
- démonter (v) [take apart]
- détruire [gebouw]
- démolir [gebouw]
- jeter à bas [gebouw]
- humilier [kleineren]
- échouer (n v) [computing: to terminate a process prior to completion]
- rabaisser [kleineren]
- mettre un trait d'union [linguïstiek]
- décomposer [chemie]
- démanteler (v) [take apart]
- break off [relatie, scheiden, onderhandeling]
- sever [koord]
- cut off [telefoon]
- interrupt [telefoon]
- snap off [voorwerpen]
- abort (n v) [aeronautics: to terminate a mission involving a missile or rocket]
- break [koord]
- denigrate [kleineren]
- disparage [kleineren]
- deplete (v) [to empty or unload]
- destroy [gebouw]
- demolish [gebouw]
- tear down [gebouw]
- break down [gebouw]
- knock down [gebouw]
- pull down [gebouw]
- decompose [chemie]
- cry down [kleineren]
- belittle [kleineren]
- hyphenate [linguïstiek]
- abscission (n) [abrupt stop of speech]
- pluck
NL ES Espagnol 25
traductions
- romper (v) [relatie, scheiden, telefoon, voorwerpen, onderhandeling]
- desprender (v) [onderhandeling, relatie, scheiden, telefoon, voorwerpen]
- suspender (v) [telefoon, voorwerpen, scheiden, relatie, onderhandeling]
- terminar (v) [onderhandeling, relatie, scheiden, telefoon, voorwerpen]
- cortar (v) [onderhandeling, relatie, scheiden, telefoon, voorwerpen]
- interrumpir (v) [voorwerpen, telefoon, relatie, onderhandeling, scheiden]
- romperse (v) [koord, onderhandeling, relatie, scheiden, telefoon, voorwerpen]
- partirse (v) [onderhandeling, relatie, scheiden, telefoon, voorwerpen]
- detener (v n) [to halt a program by pressing a combination of keys]
- abortar (v n) [to halt a program by pressing a combination of keys]
- derribar (v) [gebouw]
- cancelar (v n) [to halt a program by pressing a combination of keys]
- cortarse (v) [koord]
- desmantelar (v) [take apart]
- eliminar (v) [gebouw]
- arrasar (v) [gebouw]
- destruir (v) [gebouw]
- desacreditar (v) [kleineren]
- destruir completamente (v) [gebouw]
- demoler (v) [gebouw]
- tronar (v n) [to halt a program by pressing a combination of keys]
- menospreciar (v) [kleineren]
- despreciar (v) [kleineren]
- escribir con guión (v) [linguïstiek]
- descomponer (v) [chemie]
NL DE Allemand 23
traductions
- heruntersetzen (v) [kleineren]
- herabsetzen (v) [kleineren]
- drehen (n v) [to pull or twist]
- abbrechen (n v) [computing: to terminate a process prior to completion, onderhandeling, relatie, scheiden, telefoon, voorwerpen]
- abreißen (v) [koord]
- reißen (v) [koord]
- unterbrechen (v) [telefoon, to interrupt or cut off]
- räumen (v) [to empty or unload]
- aufheben (v) [To discontinue or interrupt a function, task, position, or event]
- aussetzen (v) [To discontinue or interrupt a function, task, position, or event]
- beenden (adv n v) [cause (something) to come to an end]
- stoppen (adv n v) [cause (something) to come to an end]
- aufschieben (v) [To discontinue or interrupt a function, task, position, or event]
- schmälern (v) [kleineren]
- aufbrauchen (v) [to empty or unload]
- leeren (v) [to empty or unload]
- auseinander nehmen (v) [take apart]
- demontieren (v) [take apart]
- zerstören (v) [gebouw]
- demolieren (v) [gebouw]
- niederreißen (v) [gebouw]
- zersetzen (v) [chemie]
- mit Bindestrich schreiben (v) [linguïstiek]
NL IT Italien 22
traductions
- rompere (v) [relatie, scheiden, telefoon, voorwerpen, onderhandeling]
- interrompere (n v) [to interrupt or cut off, voorwerpen, telefoon, scheiden, relatie, onderhandeling, computing: to terminate a process prior to completion]
- tagliare (v) [onderhandeling, relatie, scheiden, telefoon, to interrupt or cut off, voorwerpen]
- spezzarsi (v) [voorwerpen, telefoon, scheiden, onderhandeling, koord, relatie]
- rompersi di netto (v) [onderhandeling, relatie, scheiden, telefoon, voorwerpen]
- abbattere (v) [gebouw]
- tagliarsi (v) [koord]
- smontare (v) [take apart]
- deprezzare (v) [kleineren]
- fermare (n v) [computing: to terminate a process prior to completion, cause (something) to come to an end]
- distruggere (v) [gebouw]
- ricoprire (n v) [to interrupt or cut off]
- screditare (v) [kleineren]
- radere al suolo (v) [gebouw]
- demolire (v) [gebouw]
- sospendere (v) [To discontinue or interrupt a function, task, position, or event]
- decomporre (v) [chemie]
- celare (n v) [to interrupt or cut off] {m}
- scrivere con un trattino (v) [linguïstiek]
- torcere (n v) [to pull or twist]
- storcere (n v) [to pull or twist]
- far smettere (adv n v) [cause (something) to come to an end]
NL PT Portugais 31
traductions
- quebrar (v) [relatie, scheiden, telefoon, voorwerpen, onderhandeling]
- romper (v) [onderhandeling, relatie, scheiden, telefoon, voorwerpen]
- cortar (v) [voorwerpen, telefoon, relatie, onderhandeling, scheiden]
- interromper (v) [voorwerpen, to interrupt or cut off, telefoon, scheiden, relatie, onderhandeling]
- suspender (v) [To discontinue or interrupt a function, task, position, or event, onderhandeling, relatie, scheiden, telefoon, voorwerpen]
- terminar (v) [voorwerpen, telefoon, relatie, scheiden, onderhandeling]
- partir (v) [koord, onderhandeling, relatie, scheiden, telefoon, voorwerpen]
- arrasar (v) [gebouw] (informal)
- abortar (n v) [computing: to terminate a process prior to completion]
- parar (adv n v) [cause (something) to come to an end]
- arrancar (n v) [to pull or twist]
- romper-se (v) [koord]
- arrebentar (v) [koord]
- derrubar (v) [gebouw]
- desmontar (v) [take apart]
- depreciar (v) [kleineren]
- denegrir (v) [kleineren]
- difamar (v) [kleineren]
- esgotar (v) [to empty or unload]
- exaurir (v) [to empty or unload]
- desfazer (v) [take apart]
- decompor (v) [chemie]
- esvaziar (v) [to empty or unload]
- destruir (v) [gebouw, take apart]
- demolir (v) [gebouw]
- pôr abaixo (v) [gebouw]
- hifenizar (v) [linguïstiek]
- desmanchar (v) [take apart]
- desmantelar (v) [take apart]
- abscindir (adj v n) [to tear off or asunder]
- abscisão (n) [abrupt stop of speech]
NL SV Suédois 24
traductions
- bryta av (v) [relatie, scheiden, telefoon, voorwerpen, onderhandeling]
- bryta (v) [onderhandeling, relatie, scheiden, telefoon, voorwerpen]
- avbryta (v) [telefoon, voorwerpen, scheiden, onderhandeling, cause (something) to come to an end, computing: to terminate a process prior to completion, relatie]
- slå upp (v) [voorwerpen, telefoon, scheiden, relatie, onderhandeling]
- brytas av (v) [onderhandeling, relatie, scheiden, telefoon, voorwerpen]
- brista (v) [voorwerpen, onderhandeling, telefoon, relatie, koord, scheiden]
- springa av (v) [onderhandeling, relatie, scheiden, telefoon, voorwerpen]
- stoppa (adv n v) [cause (something) to come to an end, computing: to terminate a process prior to completion]
- lösa upp (v) [chemie]
- demontera (v) [take apart]
- ta isär (v) [take apart]
- nedvärdera (v) [kleineren]
- rasera (v) [gebouw]
- jämna med marken (v) [gebouw]
- förstöra (v) [gebouw]
- demolera (v) [gebouw]
- riva ned (v) [gebouw]
- nedsätta (v) [kleineren]
- racka ner på (v) [kleineren]
- skriva med bindestreck (v) [linguïstiek]
- sönderdela (v) [chemie]
- avveckla (v) [take apart]
- nedmontera (v) [take apart]
- isärtaga (v) [take apart] (v)
NL PL Polonais 5
traductions
- rozbierać (v) [take apart]
- rozkładać (v) [take apart]
- rozebrać (v) [take apart]
- rozłożyć (v) [take apart] (n)
- rozmontować (v) [take apart] (v)
NL BG Bulgare 4
traductions
- изпразвам (v) [to empty or unload]
- прекратя́вам (adv n v) [cause (something) to come to an end] (adv n v)
- разглобявам (v) [take apart] (v)
- изчерпвам (v) [to empty or unload] (v)
NL HU Hongrois 6
traductions
NL RU Russe 13
traductions
- дёргать (n v) [to pull or twist] (vt)
- очища́ть (v) [to empty or unload] (v)
- прекрати́ть (v) [To discontinue or interrupt a function, task, position, or event, cause (something) to come to an end] (adj n v)
- разбира́ть (v) [take apart] (n v)
- разобра́ть (v) [take apart] (n v)
- прерыва́ть (n v) [to interrupt or cut off] (n v)
- прерва́ть (n v) [to interrupt or cut off] (n v)
- прекраща́ть (v) [To discontinue or interrupt a function, task, position, or event, cause (something) to come to an end] (adv n v)
- вырыва́ть (n v) [to pull or twist] (v)
- тяну́ть (n v) [to pull or twist] (v n)
- вывёртывать (n v) [to pull or twist] (n v)
- производи́ть кровопуска́ние (v) [to empty or unload] (v)
- демонти́ровать (v) [take apart] (v)