NL dictionnaire: Néerlandais spreken
spreken a 119 traductions en 19 langues
traductions de spreken
- articuler [woorden]
- prononcer [woorden]
- réciter [toespraak]
- déclamer [toespraak]
- parole [aktie] {f}
- parler de [een gesprek voeren, taal, toespraak, woorden]
- prononcer une allocution [taal, woorden, toespraak, een gesprek voeren]
- converser [een gesprek voeren, taal, toespraak, woorden]
- s'entretenir avec [woorden, toespraak, een gesprek voeren, taal]
- parler avec [een gesprek voeren, taal, toespraak, woorden]
- dialoguer [woorden, toespraak, taal, een gesprek voeren]
- bavarder [to communicate by speech]
- parler [een gesprek voeren, taal, to be able to communicate in a language, to communicate by speech, toespraak, woorden] {m}
- speech [aktie]
- make a speech [toespraak]
- pronounce [woorden]
- talk [woorden]
- discourse (n v) [engage in discussion or conversation] (formal)
- speak [taal, toespraak, woorden]
- converse [een gesprek voeren] (formal)
- have a conversation [een gesprek voeren]
NL ES Espagnol 12
traductions
- articular (v) [woorden]
- enunciar (v) [woorden]
- recitar (v) [toespraak]
- declamar (v) [toespraak]
- orar (v) [toespraak]
- sermonear (v) [toespraak]
- pronunciar (v) [woorden]
- pronunciar un discurso (v) [een gesprek voeren, taal, toespraak, woorden]
- conversar (n v) [to communicate by speech, woorden, toespraak, taal, een gesprek voeren]
- dialogar (v) [een gesprek voeren, taal, toespraak, woorden]
- hablar [een gesprek voeren, taal, to be able to communicate in a language, to communicate by speech, toespraak, woorden]
- habla (n) [aktie] {m}
NL DE Allemand 11
traductions
- unterhalten
- Sprechen (n) [aktie] {n}
- aussprechen (v) [woorden]
- eine Rede halten (v) [toespraak]
- einen Vortrag halten (v) [toespraak]
- sprechen (v) [toespraak, woorden, to communicate by speech, to be able to communicate in a language, taal, een gesprek voeren]
- sagen (v)
- reden (v) [een gesprek voeren, engage in discussion or conversation, to communicate by speech, woorden]
- parlieren (v) [een gesprek voeren]
- sich unterhalten (v) [een gesprek voeren]
- unterhalten (sich)
NL IT Italien 11
traductions
- articolare (v) [woorden]
- pronunciare bene (v) [woorden]
- declamare (v) [toespraak]
- parlare in modo retorico (v) [toespraak]
- pronunziare (v) [woorden]
- pronunciare (v) [woorden]
- parola (n) [aktie] {f}
- parlare (v) [woorden, toespraak, to communicate by speech, to be able to communicate in a language, taal, een gesprek voeren] {m}
- tenere un discorso (v) [een gesprek voeren, taal, toespraak, woorden]
- conversare (v) [een gesprek voeren, taal, toespraak, woorden]
- discorrere (v) [een gesprek voeren, taal, toespraak, woorden]
NL PT Portugais 14
traductions
- discurso (n) [aktie] {m}
- articular (v) [woorden]
- pronunciar (v) [woorden]
- declamar (v) [toespraak]
- fazer discurso (v) [toespraak]
- discursar (v) [toespraak]
- orar (v) [toespraak]
- falar (v n) [to be able to communicate in a language, woorden, toespraak, to communicate by speech, taal, een gesprek voeren]
- pronunciar-se (v) [een gesprek voeren, taal, toespraak, woorden]
- fazer um discurso (v) [een gesprek voeren, woorden, toespraak, taal]
- fazer um pronunciamento (v) [een gesprek voeren, taal, toespraak, woorden]
- conversar (v) [een gesprek voeren, taal, to communicate by speech, toespraak, woorden]
- ter uma conversa (v) [een gesprek voeren, taal, toespraak, woorden]
- fala (n) [aktie] {f}
NL SV Suédois 13
traductions
- tal (n) [aktie] {n}
- artikulera (v) [woorden]
- uttala (v) [woorden]
- tala tydligt (v) [woorden]
- deklamera (v) [toespraak]
- tala högt (v) [toespraak]
- hålla tal (v) [een gesprek voeren, taal, toespraak, woorden]
- talande (n) [aktie] {n}
- tala (v) [toespraak, woorden, to communicate by speech, taal, een gesprek voeren, to be able to communicate in a language]
- konversera (v) [een gesprek voeren, taal, toespraak, woorden]
- samtala (v) [taal, woorden, toespraak, een gesprek voeren]
- snacka (n v) [to communicate by speech]
- prata (v) [een gesprek voeren, taal, to communicate by speech, toespraak, woorden]
NL CS Tchèque 3
traductions
- mluvit (v n) [to be able to communicate in a language, to communicate with one's voice using words]
- hovořit [to communicate with one's voice using words]
- rozmlouvat (n v) [engage in discussion or conversation] (v n adj)
NL PL Polonais 1 traduction
- mówić [to be able to communicate in a language, to communicate by speech]
NL DA Danois 3
traductions
NL BG Bulgare 4
traductions
- говоря [to communicate by speech] (govorja)
- разговарям (n v) [engage in discussion or conversation]
- гово́ря (v n) [to communicate with one's voice using words] (v n)
- дискутирам (n v) [engage in discussion or conversation] (n v)
NL RU Russe 7
traductions
- говорить (vi)
- говори́ть (v n) [to be able to communicate in a language, to communicate by speech] (n v)
- болта́ть (n v) [to communicate by speech] (v n)
- разгова́ривать (n v) [to communicate by speech] (n v)
- бесе́довать (n v) [to communicate by speech] (n v)
- разговаривать (vi)
- беседовать (vi)
NL HI Hindi 2
traductions
NL VI Vietnamien 4
traductions
- nói (n v) [to communicate by speech]
- nói chuyện (n v) [to communicate by speech]
- nói được (n v) [to communicate by speech]
- trò chuyện (n v) [to communicate by speech] (n v)