gebruiken a 142 traductions en 19 langues

traductions de gebruiken

NL FR Français 16 traductions
  • exploiter [persoon]
  • brûler [aanwenden, benzine, invloed, materiaal, toepassen, uitoefenen]
  • user [aanwenden, invloed, materiaal, toepassen, uitoefenen]
  • coutume (n adj v) [frequent repetition of the same act] {f}
  • employer [materiaal, uitoefenen, toepassen, invloed, aanwenden]
  • user de [aanwenden, invloed, materiaal, toepassen, uitoefenen]
  • exercer [aanwenden, invloed, materiaal, toepassen, uitoefenen]
  • faire usage de [uitoefenen, toepassen, invloed, aanwenden, materiaal]
  • se servir de [aanwenden, invloed, materiaal, toepassen, uitoefenen]
  • pratiquer [aanwenden, invloed, materiaal, toepassen, uitoefenen]
  • appliquer [uitoefenen, toepassen, invloed, aanwenden, materiaal]
  • utiliser [uitoefenen, toepassen, materiaal, invloed, employ, apply, benzine, aanwenden]
  • servir
  • profiter de [persoon]
  • consommer [aanwenden, benzine, invloed, materiaal, toepassen, uitoefenen]
  • se servir (n v) [employ, apply]
NL EN Anglais 12 traductions
NL ES Espagnol 11 traductions
  • habituación (n adj v) [frequent repetition of the same act] {f}
  • costumbre (n adj v) [frequent repetition of the same act] {f}
  • emplear (v) [invloed, materiaal, toepassen, uitoefenen, aanwenden]
  • ejercer (v) [uitoefenen, toepassen, materiaal, invloed, aanwenden]
  • utilizar (v) [aanwenden, employ, apply, invloed, materiaal, toepassen, uitoefenen]
  • usar (v) [invloed, materiaal, toepassen, uitoefenen, benzine, aanwenden, employ, apply]
  • aplicar (v) [aanwenden, invloed, materiaal, toepassen, uitoefenen]
  • consumir (v) [invloed, uitoefenen, toepassen, materiaal, benzine, aanwenden]
  • agotar (v) [aanwenden, benzine, invloed, materiaal, toepassen, uitoefenen]
  • aprovecharse de (v) [persoon]
  • explotar (v) [persoon]
NL DE Allemand 14 traductions
NL IT Italien 12 traductions
  • consumare (v) [benzine, invloed, materiaal, toepassen, uitoefenen, aanwenden]
  • impiegare (v) [aanwenden, invloed, materiaal, toepassen, uitoefenen]
  • sfruttare (v) [persoon]
  • usare (v) [benzine, uitoefenen, toepassen, materiaal, invloed, employ, apply, aanwenden]
  • fare uso di (v) [aanwenden, invloed, materiaal, toepassen, uitoefenen]
  • servirsi di (v) [uitoefenen, toepassen, invloed, aanwenden, materiaal]
  • esercitare (v) [aanwenden, invloed, materiaal, toepassen, uitoefenen]
  • adoperare (v) [aanwenden, invloed, materiaal, toepassen, uitoefenen]
  • applicare (v) [materiaal, uitoefenen, toepassen, invloed, aanwenden]
  • azionare (v) [aanwenden, invloed, materiaal, toepassen, uitoefenen]
  • utilizzare (v) [aanwenden, employ, apply, invloed, materiaal, toepassen, uitoefenen]
  • approfittarsi di (v) [persoon]
NL PT Portugais 16 traductions
  • explorar (v) [persoon]
  • gastar (v) [aanwenden, benzine, invloed, materiaal, toepassen, uitoefenen]
  • usar (v) [aanwenden, employ, apply, invloed, materiaal, persoon, toepassen, uitoefenen]
  • hábito (n adj v) [frequent repetition of the same act] {m}
  • costume (n adj v) [frequent repetition of the same act] {m}
  • empregar (v) [aanwenden, invloed, materiaal, toepassen, uitoefenen]
  • aplicar (v) [aanwenden, invloed, materiaal, toepassen, uitoefenen]
  • exercitar (v) [uitoefenen, toepassen, invloed, aanwenden, materiaal]
  • exercer (v) [aanwenden, invloed, materiaal, toepassen, uitoefenen]
  • colocar em uso (v) [aanwenden, invloed, materiaal, toepassen, uitoefenen]
  • utilizar (v) [materiaal, uitoefenen, toepassen, employ, apply, aanwenden, invloed]
  • fazer uso de (v) [aanwenden, invloed, materiaal, toepassen, uitoefenen]
  • consumir (v) [aanwenden, uitoefenen, toepassen, materiaal, invloed, benzine]
  • tirar vantagem de (v) [persoon]
  • aproveitar-se de (v) [persoon]
  • abusar (v) [persoon]
NL SV Suédois 13 traductions
  • sedvänja (n adj v) [frequent repetition of the same act] (u)
  • använda (v) [aanwenden, employ, apply, invloed, materiaal, toepassen, uitoefenen]
  • bruka (v) [aanwenden, employ, apply, invloed, materiaal, toepassen, uitoefenen]
  • utöva (v) [aanwenden, uitoefenen, toepassen, materiaal, invloed]
  • öva (v) [aanwenden, invloed, materiaal, toepassen, uitoefenen]
  • tillämpa (v) [uitoefenen, invloed, toepassen, aanwenden, materiaal]
  • begagna (v) [aanwenden, invloed, materiaal, toepassen, uitoefenen]
  • förbruka (v) [toepassen, uitoefenen, materiaal, invloed, benzine, aanwenden]
  • göra slut på (v) [aanwenden, benzine, invloed, materiaal, toepassen, uitoefenen]
  • dra fördel av (v) [persoon]
  • utnyttja (v) [persoon]
  • vana (n adj v) [frequent repetition of the same act]
  • sed (n adj v) [frequent repetition of the same act]
NL CS Tchèque 4 traductions
NL PL Polonais 4 traductions
NL DA Danois 3 traductions
  • bruge (n v) [employ, apply] (n v)
  • skik (n adj v) [frequent repetition of the same act] (n adj v)
  • sædvane (n adj v) [frequent repetition of the same act] (n adj v)
NL BG Bulgare 5 traductions
NL HU Hongrois 2 traductions
NL AF Afrikaans 1 traduction
  • gebruik (n adj v) [frequent repetition of the same act]
NL RU Russe 8 traductions
NL SL Slovène 2 traductions
NL ZH Chinois 5 traductions
NL HI Hindi 2 traductions
NL JA Japonais 5 traductions
NL VI Vietnamien 7 traductions